Lara Nuberg

View Original

#notbrownenough ?

Twee Nederlanders met hun bedienden (foto via julieallebewijzen.blogspot.nl) 

Vandaag kwam ik in een ingewikkelde discussie terecht die in de kern bleek te gaan over huidskleur. Dat gebeurt me gek genoeg wel vaker. Het ene moment ben ik de tropische verrassing van een overwegend wit verjaardagsfeestje, het andere moment word ik ervan beschuldigd te horen tot de white privileged elite van Nederland. Het gebeurde me ooit zelfs op één dag dat iemand aan me vroeg 'waar ik eigenlijk vandaan kwam' en dat een blonde mevrouw een paar uur later tegen me zei: 'Wist je al dat wij blanken, tegenwoordig 'wit' genoemd moeten worden?' Je begrijpt het: de identiteitscrisis is zo nu en dan compleet. Na die laatste opmerking keek ik trouwens wel vijf keer in de spiegel. Ik zag nog steeds een bruin meisje.   

Op m'n werk ging de discussie vandaag over migratieachtergrond. Iemand vond namelijk dat mijn collega en ik (beiden Indisch), niet genoeg migratieachtergrond bezaten om inhoudelijke programma's samen te kunnen stellen over discriminatie, representatie en emancipatie. Wij zouden daar te weinig vanaf weten en door zo'n debat te organiseren 'witte redders' zijn; een benaming voor blanken die geld en status verdienen over de ruggen van de zwarte emancipatiestrijd. Ik werd boos en verdrietig om twee redenen: 1. Ik ben de laatste persoon die geld of status wil verdienen met mijn inzet voor een samenleving waarin iedereen gelijk is en gelijke kansen krijgt. 2. Pardon, te weinig migratieachtergrond? Ik blijf me verbazen hoe velen Nederlanders, zelfs die van kleur, nog steeds niet (volledig) op de hoogte zijn van de koloniale geschiedenis. 

De Indische gemeenschap is bij uitstek een migranten-gemeenschap, zelfs een met een problematische achtergrond. De Indo's waren eind jaren '40 en in de vijftiger jaren de eerste grote groep gekleurde mensen die in Nederland een nieuw thuis vonden. Denk je dat ze hier toen vrolijk werden onthaald en direct mee mochten doen? Dat er ook maar iemand luisterde naar hoe ze hun geboortegrond hadden moeten achterlaten en hoe ze tijdens de Japanse bezetting moesten overleven? Natuurlijk niet. De Indo's kwamen hier en moesten gewoon normaal doen; in stilte hun plek vinden in de Nederlandse maatschappij en vooral ook alle kosten voor de bootreis en de opvang terug betalen. Velen waren getraumatiseerd, hadden als soldaat bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger de gruwelijkste dingen meegemaakt. Families waren verscheurd, broers en zussen verloren. Ze waren de nazaten van kolonialen die hun zaad niet in hun broek konden houden, maar erkenning of een luisterend oor van de gemiddelde Hollander, laat staan van de regering: ho maar. Zij hadden toch bananen kunnen eten in de tropische warmte tijdens de oorlog? In Nederland hadden ze het moeten doen met sneeuw en tulpenbollen. 

Die hele koloniale Indische geschiedenis, zowel de Japanse bezetting, de bersiap en de dekolonisatie, als de koloniale tijd die eraan vooraf ging is vandaag de dag nog steeds van invloed op de Indische gemeenschap. Ik sprak de afgelopen jaren met voldoende Indische mensen om die conclusie te durven trekken. Ik interviewde ouderen die pas net begonnen zijn met professionele traumaverwerking; mensen die hun eigen ouders niet meer spreken, die vroeger door hun vader de veteraan in elkaar geramd werden; depressie en onbegrip die hun oorsprong vinden in de zwijgende houding van de eerste generatie.

Achter de Indische gezelligheid van lekker eten en (krontjong) muziek gaat een hoop ellende schuil die is ontstaan in koloniale verhoudingen, oorlog en gedwongen migratie. Tegen mij zeggen dat ik 'niet zwart genoeg' ben en 'een migrantenachtergrond' niet begrijp, vind ik ronduit beledigend voor de mensen uit mijn familie die heel veel offers hebben gebracht om hier in Nederland te kunnen aarden. Die hun Indische identiteit moesten verbergen, die extra keurig Nederlands probeerden te spreken zodat niemand hun accent herkende en die vooral in stilte met hun verleden moesten dealen - met alle gevolgen van dien. Dat je de Indische gemeenschap weinig hoort, dat ze weinig publieke ruimte claimen voor erkenning, wil niet zeggen dat hun migratieachtergrond minder aandacht waard is dan die van een persoon met een donkerdere huidkleur. Het is bizar om te bedenken dat de indo in de koloniale tijd in Indië te bruin werd bevonden om een hoge functie te bekleden en nu zeventig jaar later in Nederland door andere migrantengroepen niet serieus wordt genomen om te praten over discriminatie omdat hij te wit zou zijn. 

Tijd dus om in rap tempo verder te schrijven aan m'n boek, maar ik warm nu eerst even m'n boerenkool op. Met een klodder sambal, een hele dikke.