Lara Nuberg

View Original

Hoe Nederland 350 jaar lang oorlog voerde tegen een volk dat vrij wilde zijn, maar dit lijkt te vergeten in een grootschalig onderzoek

Foto van Beeldbank NIOD.

Gisteravond was ik naar de tweede presentatie van het onderzoeksprogramma Dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945 – 1950, waarbij een onderzoeksteam van het NIOD en het KITLV in vier jaar onderzoek doet naar de aanloop, de gebeurtenissen en de gevolgen van de vijf jaar na de Japanse bezetting in Indonesië. Het doel van de avond: met elkaar het belang belichten van meerstemmigheid, persoonlijke verhalen en het gebruik van bepaalde begrippen binnen deze vier jaar waarin opnieuw de Nederlandse (militaire) aanwezigheid tussen ‘45 en ‘50 in Indonesië onder de loep wordt genomen.

Nu heb ik aan het NIOD ooit mijn afstudeerscriptie geschreven en heb ik over het algemeen een hoge pet op van de historici die aan het instituut verbonden zijn, toch zorgt dit onderzoek bij mij voor de nodige kriebels; een ongemakkelijk gevoel dat ik ook gisteravond weer ervoer.

Want: Hoe kan het dat we anno 2018 nog steeds een discussie voeren over hoe we de periode 1945-1950 moeten noemen? Dekolonisatie, rekolonisatie, (her)bezetting? Als je naar de feiten kijkt, lijkt me dit immers meer dan duidelijk: Nederland was een koloniale macht die 350 jaar lang rijkdom uit Indonesië haalde en werd in 1942 verslagen door Japan. We verloren hiermee onze zeggenschap over dit deel van de wereld; iets wat we na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 met geweld hebben geprobeerd terug te krijgen. Hiermee kwam Nederland opnieuw tegenover de Indonesische bevolking te staan; net als tijdens al die andere koloniale oorlogen die constant werden gevoerd tijdens de Nederlandse aanwezigheid in de archipel. Want precies dat is iets wat vaak vergeten lijkt te worden; dat het uitroepen van de onafhankelijkheid door Soekarno in ’45 niet de eerste vorm van verzet was tegen Nederland. Al vanaf het begin dat onze handelsvloten Indonesië binnenvoeren, stuitten zij op verzet van de plaatselijke bevolking. Denk aan het verzet van de Bandanezen omstreeks 1600 tegenover de Hollandse eisen met betrekking tot het muskaatmonopolie, aan de opstand geleid door Pattimura op de Molukken in 1816, aan de Lombokoorlog in 1894 waarbij de vorst van Lombok zich weigerde te onderwerpen aan de Nederlanders en het verzet tegen de Nederlanders in Atjeh (1873-1914), geleid door Teukoe Oemar. Het enige verschil tussen deze opstanden en het uitroepen van de onafhankelijkheid in ‘45, was dat de Indonesiërs nu gezamenlijk in opstand kwamen tegen het land dat hen al 350 jaar lang derderangsburgers maakte op hun eigen grondgebied. En dat de afloop dit keer anders was: De Nederlanders wonnen niet.

Het onderzoek Dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945 – 1950, wordt echter nog steeds niet vanuit dit frame door onze overheid gefinancierd. In plaats daarvan wordt de periode 45’ – 50 opnieuw belicht als een op zichzelf staande periode, die niet voortkomt uit 350 jaar geschiedenis van onderdrukking en onrechtvaardigheid. Ik vind dat kwalijk, omdat hiermee opnieuw het beeld wordt geschetst waarmee ik als Indo ben opgegroeid. Namelijk het idee dat Indonesië een vredig stukje Nederland was en dat de Indonesiërs in ’45 plotseling en met veel geweld de Nederlanders weg wilden hebben. Deze gedachte rechtvaardigt een militair ingrijpen, terwijl als je het omdraait dit voor geen meter meer klopt.

Als je zegt: Nederland maakte 350 jaar – ongevraagd en met militaire hand – gebruik van Indonesië en diens bevolking en daar wilden de Indonesiërs niet naar toe terug in ’45, dan heb je een heel ander startpunt. Dan erkennen we eindelijk dat kolonialisme in de eerste instantie al onrechtvaardig en fout is – ondanks de goede verhoudingen op individueel niveau die heus hebben bestaan - en kunnen we onszelf als natie kritisch bevragen. Tevens plaatst het het geweld dat heeft plaatsgevonden in een compleet ander daglicht en kunnen we volmondig zeggen: 1945-1950 was de laatste gewelddadige koloniale oorlog die Nederland voerde in Indonesië tegen een volk dat vrij wilde zijn en was hiermee opnieuw een poging tot bezetting van een gebied waar we eigenlijk geen recht op hadden.

Wellicht is het voorbarig dat ik het idee heb dat juist het ontbreken van dit framework problematisch is voor de uitkomst van het onderzoek. Het onderzoek is immers nog bezig en het kan zijn dat de onderzoekers erin slagen de periode ‘45-’50 in een breder perspectief van 350 jaar kolonialisme te plaatsen. Mocht dat zo zijn, dan ben ik benieuwd op welke manier ons land hier consequenties aan verbindt. Hierbij gaat niet alleen om bijvoorbeeld het officieel erkennen van de Indonesische onafhankelijkheid op 17 augustus 1945, om het eventuele terugbetalen van de herstelbetalingen die Indonesië tot 2003 deed aan Nederland om zijn onafhankelijkheid af te kopen, of om het aanbieden van excuses aan de Indische Nederlanders, die door de reactie van de Nederlandse regering op het uitroepen van de onafhankelijkheid direct in gevaar werden gebracht en hiermee alle kans verloren op een vreedzame toekomst in hun geboorteland. Het gaat hierbij vooral ook om het her-evalueren van onze blik op kolonialisme; dat we als land gezamenlijk de omslag durven te maken dit verleden te veroordelen en ook zodanig te leren aan onze jeugd. Dat we onze kinderen meegeven dat onze rijkdom is gestoeld op een grauw verleden, waarbij kolonialisme niet iets is ‘wat we gewoon even in die tijd moeten plaatsen’, maar iets is wat nog altijd het verschil in economische welvaart bepaalt tussen Nederland, Indonesië en andere delen van de wereld.

De komende drie jaar zijn nog van de onderzoekers, maar ik hoop van harte dat die omslag – mede dankzij hun conclusies - daarna eindelijk eens plaatsvindt. Het zal ons land en de manier waarop we naar onze positie in de wereld kijken een stuk gezonder maken.