De Stille Kracht
Zo’n twintig jaar geleden was ik met mijn ouders en broertje op vakantie in Frankrijk. We logeerden in een stacaravan met uitzicht op de buren. Ons tuintje bestond uit een plastic tafel met een witte parasol van Vacansoleil en vier stoelen. Tussen de pijnbomen kon je overdag badmintonnen of jeu de boules spelen en bij het zwembad kon je meedoen met water-aerobics. Het was een vakantie zoals een vakantie behoort te zijn. Onbezonnen en veilig. Met croissantjes en stokbrood, blote voeten en opgedroogde muggenlijkjes aan de kunststof muren naast mijn stapelbed.
Op die camping, aan dat plastic tafeltje, begon mijn vader er plotseling over. Het was donker, het maanlicht weerkaatste in de rechthoekige blokken waarin hele gezinnen vredig lagen te slapen. Waar mijn moeder op dat moment was weet ik niet, wellicht was ze nog even naar een muziekbandje kijken bij het open podium. Mijn vader voelde zich in ieder geval onbespied.
‘Mama is er bang voor,’ zei hij. ‘Dus die praat er niet graag over.’ Ik keek hem met grote ogen aan. ‘Heb je weleens gehoord over de stille kracht?’ Slechts de krekels antwoordden.
‘Je moet er niet bang voor zijn,’ vervolgde mijn vader. ‘En niet iedereen gelooft er in. Maar er kunnen dingen om ons heen zijn die we niet altijd kunnen zien, maar wel voelen.’ Ik had geen idee waar hij het over had.
‘Oma weet er alles van. Ze bezit zelfs een kracht om met geesten te kunnen praten. Maar ook zij is er bang voor.’
Ik hield mijn adem in. Nieuwsgierig, maar ook een beetje zenuwachtig voor wat er zou volgen.
‘Zeg maar niets tegen je moeder. Ik mag het vast niet aan je vertellen.’ Hij grinnikte zoals alleen mijn vader dat kan. ‘Als oma heel rustig gaat zitten, een pen vastpakt en die pen op een papier drukt, dan begint haar hand vanzelf te schrijven. Hele teksten, die niet van haar afkomstig zijn, maar van iemand anders. Haar oma had het ook.’
‘Iewl,’ zal ik gezegd hebben. Dat was immers het woord dat ik als tienjarige gebruikte voor alles wat ik vies of eng vond.
‘Maar het is jammer,’ zuchtte mijn vader over zijn schoonmoeder. ‘Oma doet er niks mee, met die woorden van mensen uit een andere wereld. We mogen het er ook niet over hebben. Vertel dus maar niet door dat ik dit nu aan je verteld heb..’
Waarschijnlijk heb ik geknikt en ben toen naar bed gegaan. Nooit heb ik dit verhaal geverifieerd. Pas jaren later refereerde mijn moeder er naar, als grapje. ‘Je weet toch, dat oma zo’n verhaal had over handen die vanzelf begonnen te schrijven?’ Zelfs toen durfde ik niet toe te geven dat ik dat inderdaad ooit eerder had gehoord, van mijn vader, op die camping in Frankrijk. Mijn loyaliteit gaat blijkbaar erg ver.
De Stille Kracht van Indië, de mysterieuze natuur en die ondoorgrondelijke mensen. Het is een oriëntalistisch beeld dat onlosmakelijk verbonden lijkt te zijn met het Indische en de herinnering aan die kolonie in de tropen. Jaren na de woorden van mijn vader weet ik dan ook nog steeds niet wat ik er mee moet. Geloven - en daarmee een stereotypering bevestigen - of vertrouwen op de ratio - in het Westen als het uitgangspunt beschouwd? Het is een afweging die ik bijna niet kan maken, want ook al wil ik best alleen vertrouwen op alles wat ik direct kan bewijzen en zien; soms gebeuren er dingen die gewoonweg niet te verklaren zijn.
Mijn moeder is inmiddels niet bang meer, maar juist de nuchterheid zelve. Ze gelooft niet in geesten of het bovennatuurlijke. ‘Als er nog iets anders bestaat, waarom heb ik dan nog nooit een teken van leven gehad van een van mijn ouders?’ vraagt ze steevast. Ik heb er het antwoord niet op.
Toch werd mijn moeder afgelopen zaterdag verrast. Op die dag - de sterfdag van mijn oma, dit jaar veertien jaar geleden - downloadde ze een filmpje dat ze twee dagen daarvoor via WeTransfer had ontvangen. . Ze had geen idee wat het zijn kon, maar het bleek bewegend beeld uit 1973, van een vakantie. Gestuurd door een zoon van vrienden van mijn grootouders.
Als mijn moeder het filmpje opent, ziet ze voor het eerst in precies veertien jaar weer bewegend beeld van haar moeder. Mijn oma zwemt vrolijk door het beeld en steekt haar tong uit.
De mystiek der zichtbare en onzichtbare dingen. Er wél in geloven maakt het leven in ieder geval een stuk leuker.