We can do better than the people that came before us
Terwijl ik de laatste kruimels van een lemon cupcake met een topping van cream cheese, maanzaad en citroensuiker van mijn bord schraap, kijk ik naar het voorbij razende verkeer van Jakarta dat in een eindeloze slinger van lichten de glazen pui van de coffee corner van Kommunitas Salihara kleurt. Het is zes uur ’s avonds. Spitsuur. Mensen op motoren, mensen in auto’s, go-jeks met hun passagiers; ze achtervolgen elkaar alsof ze als kunststof paradepaarden vastzitten in een draaimolen. Hoe langer ik er naar kijk, hoe meer ik het gevoel krijg dat de mensen buiten slechts decor zijn. Een decor dat rondjes rijdt om een kleine oase van rust waarin matcha latte’s, cappuccino’s en red velvet-koffies worden geschonken en creatief Jakarta werkt vanachter hun laptops.
Wie hier zit, in dit café met betonnen vloer, hippe houten bankjes en zorgvuldig samengestelde koffiemelanges, de geluiden van de spits op de achtergrond, kan zich moeilijk voorstellen dat dit stukje grond vierhonderd jaar geleden het thuis was van de inwoners van Jayakarta. Dat dit toen een relatief dunbevolkt, maar belangrijk gebied was, dat via handelsnetwerken in verbinding stond met onder andere China, Malakka en India. Een bewoond stukje zestiende-eeuws Java, grenzend aan het oerwoud, dat in 1619 wreed werd verwoest om plaats te maken voor Batavia. Het is makkelijk om in de metropool die Jakarta nu is deze geschiedenis te vergeten. Het moderne leven vraagt op het eerste gezicht om weinig historische reflectie. Wie zich dagelijks in de macet van Jakarta waagt, is waarschijnlijk elke dag weer blij op het moment dat thuis de schoenen uit kunnen, de helmen af en het fijnstof uit het gezicht geveegd kan worden.
Toch werk ik hier in Kommunitas Salihara al bijna een week aan een project met de titel National Histories, Personal Stories. Ik maak deel uit van een groep (Indisch-) Nederlandse en Indonesische kunstenaars en schrijvers die samen opzoek gaan naar de invloed van de wereldgeschiedenis op hun eigen familie en leven. De Indische makers zijn geselecteerd op hun relatie als Indo met Indonesië, de Indonesische deelnemers vooral op hun ervaring als schrijvers. Iedere Nederlandse deelnemer is gekoppeld aan een Indonesische met als doel samen te werken, gemeenschappelijkheid te vinden en elkaar te inspireren.
De eerste dag was het aftasten wat betreft de inhoud van onze gesprekken. Hoe kun je bijvoorbeeld uitleggen dat de Indische identiteit in Nederland een ingewikkelde geschiedenis en positie kent terwijl ‘being an Indo’ in Indonesië nog altijd iets is om te bewonderen vanwege het schoonheidsideaal? En waar precies vind je een moment dat past onder het kopje ‘gedeelde geschiedenis’? Is dat slechts het feit dat Indo’s en Indonesiërs ergens dezelfde voorouders hebben? Of kunnen we zeggen dat we nog altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn?
Hoewel we die vragen al snel als beantwoord achtten door te luisteren naar elkaars verhalen, de westerse standaard te bevragen en met name veel samen te eten – dat schept immers gemeenschappelijkheid - werd de directe verhouding tot elkaar naar mijn idee vandaag na vijf dagen pas écht duidelijk. Onder leiding van Nancy Jouwe en Wim Manuhutu maakten we een tijdlijn, opgedeeld in de kopjes ‘Wereldgeschiedenis’, ‘Nationale geschiedenis’ en ‘Persoonlijke geschiedenis’. Van Columbus tot Jokowi; van J.P Coen tot Trump; van VOC tot Shell; van Rawagade naar de Bali Bombings, van verdeel en heers naar huidige interne conflicten; van raciale ladders naar hedendaagse ideeën over succes en schoonheid.
Toen we klaar waren stonden we met zijn allen tegenover een muur vol post-its: Een opeenstapeling van politieke keuzes, oorlogen, persoonlijke verliezen, handelsbelangen, geweld, vooruitgang, achteruitgang, destructie, “rust en orde”, winst, ongelijkheid, strijd, emancipatie, geweld en gespletenheid. We keken van elkaar naar de tijdlijn en weer terug en opeens realiseerden ons de onderlinge onlosmakelijke verbondenheid: het zijn al deze dingen die ons samen naar deze workshopruimte in Jakarta brachten. Allen vanuit een andere positie, maar toch als broeders en zusters in deze vreemde onrechtvaardige, niet altijd even mooie wereld.
We kunnen ervoor kiezen om net als het verkeer in Jakarta in een metalen polonaise achter elkaar aan te reizen, maar veel liever sta ik even stil om achteruit te kijken, naar de mensen naast me en dan pas te bepalen waar we naar toe gaan.
Felix, Lala, Enny, Aziz, Adrian, Rizal, Francesca, Dionne, Esmay, Armando (en Robin en Maria in Nederland), laten we die koers samen bepalen. Want wat ik na één week samen al weet: we can do better than the people that came before us.
…
met veel dank aan de organisatie en lectures van de workshops:
Ardjuna, Remco, Ayu, Ening, Selma, Rebecca, Nancy en Wim.
Jullie doen fantastisch werk! <3