Wat niet weet wat niet deert. Een herkenbare waarheid of vooral een Indisch cliché?
Vanavond zat ik in de woonkamer van de drie bejaarde Indische zussen Nonni, Son en Titi. Aan de muur hing een schilderij van een Javaans landschap, op tafel lag een batik-kleedje en in de keuken pruttelde een pan sajoer lodeh. Als de telefoon ging stonden ze alle drie op om op te nemen. Het kon immers Broer wel eens zijn, of neef Stef, of de nieuwe liefde van Titi, de tachtigjarige Andre. Op elkaars lip, met de televisie aan en het familiearchief op de eettafel - oudste zus Nonni zou de memoires wel eens opschrijven - lag de familiegeschiedenis open en bloot op tafel. Wat Titi en Son echter niet wisten, was dat Nonni al jarenlang in het keukenkastje, tussen de trassi en de zakken kroepoek, een fotoboek schuilhield. Een fotoboek vol zwart-wit foto's, familiegeheimen en verzwegen herinneringen. Want - zo zou Nonni achteraf verklaren - 'wat niet weet, wat niet deert.'
Hoewel ik vaker bij wat oudere Indische mensen van de eerste generatie in de woonkamer heb gezeten, was dit de eerste keer dat dit een woonkamer was op toneel. Want ondanks dat bovenstaande omschrijving een schets had kunnen zijn van een van de interviews die ik de afgelopen jaren heb gedaan, was dit het decor van de theatervoorstelling Gouwe Pinda's van Bodil de la Parra, Nadja Hüpscher en Esther Scheldwacht. De voorstelling speelt al sinds november 2017, maar aangezien ik zo'n verwende Amsterdamse ben die het liefst alleen de stad verlaat voor haar Indische ooms in Den Haag, heb ik hem vanavond pas gezien. In Theater Bellevue om de hoek van het Leidseplein, waar hij tot en met 7 januari te zien is.
'Wat niet weet, wat niet deert', het is een uitspraak die vaak lijkt terug te komen als het gaat om Indische familieverhalen. Of dat ook de reden was dat mijn eigen grootouders zo weinig vertelden over de Japanse bezetting, de bersiap en de dekolonisatie, weet ik niet met zekerheid te zeggen. Vast staat wel dat mijn oma op het sterfbed van haar oudtante ooit te horen kreeg dat haar Hollandse opa niet haar biologische opa was. Een grof schandaal dat de helft van mijn familie lange tijd niet geloofde. Is het iets ouderwets om niet over 'het verleden' te praten? Is het iets Indisch? Of ligt er gewoon een taboe op narigheid?
Wat het antwoord op die vragen ook is, de uitkomst van het niet mogen of kunnen weten, is vaak het tegenovergestelde van 'niet deren'. Hoe vaak hebben onbesproken trauma's niet geleid tot onbegrip, agressie zelfs, familieruzies en nieuw trauma? Ik schreef het al eerder, maar het is helaas een waarheid dat in veel Indische families de helft niet met elkaar spreekt. Niet voor niks bestaan er een Stichting Pelita en een Centrum 40'-45' waar mensen met hun (oorlogs)trauma's, opgelopen door de oorlogsjaren in Indië, terecht kunnen. De voorstelling Gouwe Pinda's legt dit op een subtiele en een met humor doordrenkte manier bloot; een pijnlijke waarheid die als een rode draad door het Indische gekwebbel - Adoeh! Is de telor alweer abis! - van de zussen Nonni, Son en Titi schemert. Ik raad jullie dus allemaal aan om te gaan en vooral je Indische opa, oma, vader of moeder, oom of tante, mee te nemen. Ik garandeer je een brede lach, maar ook af en toe een traan. En stel na afloop aan de borrel dan die vragen, want wie niet weet, wie niet leert.
Voor de speellijst van Gouwe Pinda's, zie: http://viarudolphi.nl/productie/gouwe-pindas/