Lara Nuberg

schrijver, spreker, moderator

  • Home
  • Publicaties
  • Moderatie
  • Blog
  • Agenda
  • Nieuwsbrief
  • Over
Van Parapat naar Tuk Tuk, 4 juli 2018

Van Parapat naar Tuk Tuk, 4 juli 2018

Zestig dagen Indonesië, blog 8: Ik ben óók een kind van de Batakkers op Sumatra

July 05, 2018 by Lara Nuberg in Zestig dagen Indonesië, Familieverhalen

 

Op de stenen pier van TukTuk waar ieder uur een boot aanmeert met passagiers vanuit Parapat, doen een man en een vrouw de was. Een wit laken wordt ingesopt, samengeknepen en als een propje op de pier gelegd. Daarna gaat de man erop staan en masseert het laken met zijn voeten. Het zeepsop maakt een slurpend geluid en blinkt in de zon. Ondertussen schrobt de vrouw een aantal T-shirts op de stenen en spoelt ze af in het meer. Als ze merken dat ik naar hen kijk, steekt de man zijn hand op. ‘Horas!’ roept hij met een glimlach.

Ik wil proberen op papier te krijgen hoe het voelt om hier te zijn, maar of het lukt weet ik niet. Dit gigantische meer, omringd door steile groene heuvels die naarmate ze meer in de verte liggen paars kleuren; de bloemen aan zijn oevers; de gekleurde batak-boten die door het donkere water varen. Mijn hart zwelt op als ik er naar kijk, mijn bloed gaat er sneller van stromen. Ik heb de nijging extra diep in te ademen, als een manier om de atmosfeer van dit stukje wereld in me op te nemen en straks mee te kunnen nemen terug naar Nederland. Nee, m’n liefde voor het Tobameer is toch niet bekoeld. Ondanks het ongeluk dat twee weken geleden gebeurde met een veerpont, die nu op 450 meter diep voor altijd met bijna tweehonderd verdronken passagiers aan boord in de diepe kliffen van het meer zal liggen. Natuurlijk, als ik daar aan denk, voelt het briesje dat hier waait plotseling kouder. Maar op mijn rug brandt de zon; de zon die ondanks dit soort ongelukken in de wereld elke dag weer opkomt.

Misschien ben ik zo vergevingsgezind tegenover dit meer omdat ik voel hoe dit gebied letterlijk door mijn aderen stroomt. Door deze Bataklanden trokken honderden jaren geleden mijn voorouders. Ze joegen er op wild, visten in het meer, vochten er oorlogen met andere stammen, dronken het bloed en aten het vlees van hun overwonnen vijanden. Totdat de katholieke missie hier belandde vanuit Nederland, waarbij mijn over-over-overgrootvader was betrokken als zendeling. Hij was een van de mannen die dit gebied kerstende en daarmee een einde maakte aan het koppensnellen en kannibalisme. Zijn kleindochter zou jaren later trouwen met een Indische jongen, wiens moeder was geboren in Tapanuli en als njai uit een Batakse familie vier gemengde kinderen op de wereld zette – waaronder dus mijn overgrootvader.

Toen ik hier negen jaar geleden kwam, had ik deze informatie niet. Mijn oma had ooit wel verteld dat we Batak-bloed bezaten, maar hoe het precies zat wist ik niet. Toch voelde het toen al onbeschrijfelijk toen ik hier aankwam. Alsof iets wat veel ouder is dan ik, zich plotseling ontpopte in mijn lichaam. Alsof een deel van mijn genen herkenden dat ze weer thuis waren. Ik weet het, het klinkt zweverig, maar zo voelde het en zo voelt het nu nog steeds.

De Indische gemeenschap in Nederland pronkt – ook vandaag de dag – vaak nog met het etnisch Nederlandse deel dat zij in zich dragen. Ik zie het vaak voorbij komen in Facebook-groepen, indo’s die roepen dat zij tenminste échte Nederlanders zijn. Voor mij als indo van de derde generatie  hoeft dit gepronk niet zo. Natuurlijk ben ook ik op een bepaalde manier dankbaar dat ik Nederlands bloed bezit; het is dit bloed van witte mannen in mijn familiegeschiedenis dat maakt dat ik een van de rijkste landen ter wereld ben geboren en het privilege heb om de wereld te bereizen. Maar als je me vraagt waar ik vandaan kom, dan zal ik niet in de eerste instantie vol trots roepen dat ik een etnische Nederlander ben. Ik ben voor een groot deel ook deze trotse mensen hier, met mijn huidskleur, in deze prachtige omgeving.

Gisteravond ontmoette ik een jongen van 21 met een gitaar. We zongen liedjes, zonder moeite meerstemming. Onze stemmen vlochten melodieën in de nacht. Ik hoop dat ze onze voorvaderen bereikten en dat het hen een glimlach bezorgde, zoals die van de man met het wasgoed.

Lees meer uit de reeks zestig dagen Indonesië
PHOTO-2020-11-04-14-47-34.jpg
Jan 29, 2021
Ik heb heimwee naar Indonesië en ik vind het vreselijk irritant en decadent
Jan 29, 2021
Jan 29, 2021
PakezelLara.jpg
Jul 1, 2019
Ibu Indonesia, ik ben terug!
Jul 1, 2019
Jul 1, 2019
May 16, 2019
Reisdagboek van een Balinees (vertaald) - Mijn eerste dag in Nederland
May 16, 2019
May 16, 2019
FamilieStinsSibolgaoud.JPG
Jul 9, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 9 – Een familiefoto 12,5 km buiten Sibolga
Jul 9, 2018
Jul 9, 2018
Jul 5, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 8: Ik ben óók een kind van de Batakkers op Sumatra
Jul 5, 2018
Jul 5, 2018
Tobameer.JPG
Jun 25, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 7: Wat als je grote liefde een kille moordenaar blijkt te zijn?
Jun 25, 2018
Jun 25, 2018
FotoArtJog.JPG
Jun 9, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 6: Eigenlijk is Indonesië ook gewoon heel erg normaal
Jun 9, 2018
Jun 9, 2018
Ubud.JPG
Jun 1, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 5: In Indonesië heb ik constant heimwee
Jun 1, 2018
Jun 1, 2018
FotoBlog4.JPG
May 25, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 4: Soms vraag ik me af in hoeverre geschiedenis echt verleden tijd is
May 25, 2018
May 25, 2018
FotoBlog3_1.JPG
May 12, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 3 - Soms is Indisch zijn verwarrend
May 12, 2018
May 12, 2018
July 05, 2018 /Lara Nuberg
Indonesië, Reizen, Roots, Batak, Tobameer, Familiegeschiedenis
Zestig dagen Indonesië, Familieverhalen
1 Comment
Danau Toba, Noord Sumatra.

Danau Toba, Noord Sumatra.

Zestig dagen Indonesië, blog 7: Wat als je grote liefde een kille moordenaar blijkt te zijn?

June 25, 2018 by Lara Nuberg in Reisverhalen, Zestig dagen Indonesië

Negen jaar geleden verloor ik mijn hart aan het Tobameer, het grootste vulkanische meer van Indonesië. Ik was achttien toen ik er voor het eerst kwam en reisde samen met een vriendin en een zware backpack door Zuidoost-Azië. We zagen en bereisden de wereld zoals alleen achttienjarigen dat kunnen; volwassen genoeg om te overleven, jong genoeg om nog een beetje naïef en compleet zorgeloos te mogen zijn. We leefden in het moment, dachten nauwelijks aan thuis of aan later. Geen studie nog om naar toe terug te keren, geen werk, geen vriendje; de toekomst was één groot wit stralend canvasdoek dat langzaam werd beschilderd door de indrukken die we opdeden tijdens het ontdekken van de wereld. Toen we in Prapat aankwamen, de plek waar je het Tobameer oversteekt naar het eiland Samosir, hadden we al gefeest op de eilanden van Thailand, theeplantages en tempels bezocht in Maleisië en wolkenkrabbers bewonderd in Singapore. Ik dacht dat ik alles al gezien had, maar toen was daar dat blauwgrijze water omringd door groene heuvels. Een mysterieuze spiegel voor de zon, wolken, maan en sterren.

En het werd nog beter, want het water bleek niet alleen een spiegel, maar tevens een drager van klanken. Klanken van Batakliedjes, meerstemmig gezongen door de jongens en meisjes van Samosir. Liedjes waarvan je hoort hoe oud ze zijn, alsof overleden opa’s, oma’s, overgrootouders en voorvaderen van nog veel verder terug ze nog steeds meezingen. Hun stemmen reisden als echo’s over het water tot diep in mijn ziel. We luisterden er iedere avond naar, in een restaurant gevuld met minstens twintig stemmen en twee gitaren. In het donker, want de elektriciteit viel vaak uit.

Het is nu negen jaar later en vorige week verdween een veerpont in het meer. Het schip zonk met de passagiers opgesloten aan boord tot het de bodem raakte, vierhonderdvijftig meter diep. En daar ligt het nu nog steeds, een houten kadaver, een grafkist voor honderdnegentig mensen die vakantie wilden vieren na de Ramadan. Sindsdien spookt dit beeld constant door mijn hoofd. Honderdnegentig lichamen, in de romp van een schip, in een donkere, koude en diepe massa water. Slechts traceerbaar voor geavanceerde onderwaterdrones, onttrokken aan het oog van de wereld. Hoe kan ik me zo vergist hebben in deze grote liefde, blijkbaar een wrede moordenaar van mannen, vrouwen en kinderen?

Mijn plan was om volgende week naar Sumatra te gaan en mijn reis af te sluiten aan het Tobameer. Ik wilde daar twee weken blijven om te werken aan mijn boek. Maar nu dit gebeurd is, weet ik niet zeker of ik mijn geliefde nog aan kan kijken. Hoe kan ik schrijven aan de rand van een meer met bijna tweehonderd dode mensen op de bodem? Hoe kan ik langs nabestaanden lopen op de kade en een nieuwe veerpont opstappen, op zoek naar inspiratie voor een boek over een geschiedenis van tientallen jaren geleden?

Ik ben nu achtentwintig en zie de wereld niet meer door de ogen van een achttienjarige. De zorgeloosheid is verdwenen, nu nog meer dan eerder, vierhonderdvijftig meter diep. Als ik besluit om toch nog naar het Tobameer te gaan, is het niet meer om te werken aan zoiets individualistisch als het schrijven van een boek, maar slechts om bloemen in het water te leggen. Voor mensen die ik niet ken, voor het gegeven dat paradijs en hel soms dezelfde dingen zijn. Gezien mijn zoektocht naar mijn Indische verleden in Indonesië, is dit misschien niet eens zo’n ongepaste afsluiting van mijn zestig dagen in dit eilandrijk.

Lees meer uit de reeks Zestig dagen indonesië
Foto_Berkurangnya-oksigen-dikawasan-danau-toba-diduga-menyebabkan-ikan-ikan-ini-mati-Ayat-S-Karokaro-768x480.jpeg
Aug 30, 2018
Hoe het Westen Indonesië nog altijd uitbuit
Aug 30, 2018
Aug 30, 2018
AND07725.JPG
Aug 28, 2018
Fotoreportage: Koloniale kerken in Medan
Aug 28, 2018
Aug 28, 2018
FamilieStinsSibolgaoud.JPG
Jul 9, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 9 – Een familiefoto 12,5 km buiten Sibolga
Jul 9, 2018
Jul 9, 2018
Jul 5, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 8: Ik ben óók een kind van de Batakkers op Sumatra
Jul 5, 2018
Jul 5, 2018
Tobameer.JPG
Jun 25, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 7: Wat als je grote liefde een kille moordenaar blijkt te zijn?
Jun 25, 2018
Jun 25, 2018
FotoArtJog.JPG
Jun 9, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 6: Eigenlijk is Indonesië ook gewoon heel erg normaal
Jun 9, 2018
Jun 9, 2018
Ubud.JPG
Jun 1, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 5: In Indonesië heb ik constant heimwee
Jun 1, 2018
Jun 1, 2018
FotoBlog4.JPG
May 25, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 4: Soms vraag ik me af in hoeverre geschiedenis echt verleden tijd is
May 25, 2018
May 25, 2018
FotoBlog3_1.JPG
May 12, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 3 - Soms is Indisch zijn verwarrend
May 12, 2018
May 12, 2018
DSC_3085 uitzicht vanaf Fort Hollandia.JPG
May 1, 2018
Zestig dagen Indonesië, blog 2 - Op Banda zijn ze het Nederlands kolonialisme niet vergeten
May 1, 2018
May 1, 2018
June 25, 2018 /Lara Nuberg
Indonesië, Tobameer, Lake Toba, Batak, Reizen, Ongeluk, Nieuws
Reisverhalen, Zestig dagen Indonesië
1 Comment

Lara Nuberg - 2023